“Elektriciteit zal duurder worden door het succes van groene stroom”, zo waarschuwt Eandis. De fel omstreden subsidies voor zonnepanelen halen nog meer eens het Belgische nieuws. Het is echter niet de regering die aan de alarmbel trekt maar de energie leveranciers zelf. Ze beweren dat in 2013 de totale stroomfactuur met een kleine 20 procent de hoogte zou ingaan. Dit zou voornamelijk te wijten zijn aan een enorme stijging van groenestroomcertificaten. Voor de meeste hernieuwbare energie bronnen komt de prijs van zo’n certificaat overeen met de gemiddelde energieprijs. Voor zonnepanelen is de prijs echter 4,5 keer groter, zoals eerder vermeld in onze blog. Het is voor ons dus zeker geen verrassing dat de prijzen moeten stijgen.

De overheid reageert eerder relativerend op de opmerkingen van Eandis. Zo beweren ze dat een groot deel van de stroomfactuur afhangt van producent Electrabel, die superwinsten maakt met hun kerncentrales. Eandis zou volgens hen dus beter samen zitten met Electrabel om hun bugettekorten te bespreken. Het kabinet-Van den Bossche stelt tevens dat het niet de bedoeling is om aan de ondersteuning van particulieren of kmo’s te wijzigen. Maar dat ze vooral het ondersteuningmechanisme voor grote projecten willen herevalueren.

Ons lijkt het in elk geval dat een stijging van de energieprijs niet kan vermeden worden. Als de overheid wil overschakelen op hernieuwbare energie zal dit sowieso lijden tot een prijsstijging en het beste is dat geleidelijk aan gebeurt zoals Eandis voorstelt. Bovendien zou de waarde van groenestroomcertificaten niet gegarandeerd moeten worden voor 20 jaar. Het zou veel beter zijn om de waardes te laten mee evalueren met de energiemarkt.

Voor meer info betreffende dit thema kan je altijd volgende video’s bekijken:

http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/journaal/2.10316/2.10317/1.771275
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/redactietips/redactietips_2eNiveau/1.771381

Zoals vermeld in de pagina Solar thermal energy kan men rechtstreeks hitte aanwenden voor energie productie. Dit kan dan gaan over thermische of elektrische energie. De vraag is nu echter of zoiets wel bruikbaar is in België. Is het hier niet veel te koud om echt een voordeel te halen uit zo’n applicatie?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden, moet er een onderscheid gemaakt worden tussen het opwekken van thermische of elektrische energie.  Voor het laatste type heb je redelijk wat irradiatie nodig om de energie productie efficiënt te maken. Bovendien moet  deze irradiatie in de meeste gevallen onder een bepaalde hoek invallen aangezien men spiegels of lenzen gebruikt om het zonlicht te concentreren, in onderstaande figuur is zo’n spiegel afgebeeld.

Stel nu dat de invalshoek van het zonlicht verandert, wordt het licht dan nog altijd geconcentreerd op de collector?

Zoals duidelijk is uit bovenstaande afbeelding, zal het brandpunt wijzigen van plaats afhankelijk van de invalshoek van het zonlicht. In een land met veel bewolking en dus weinig direct irradiatie zijn zo’n toepassingen absoluut uit den boze. Dit is natuurlijk niet het geval in Spanje of Marokko waar  deze technieken dan ook veelvoudig worden toegepast.  Een goed voorbeeld hiervan is DESERTEC, deze foundation promoot het opwekken van van energie in de sahara. Zij beweren het volgende:

Het is dus zeker niet voordelig om deze technologie toe te passen in België zelf, het zou dan veel beter zijn om samen te werken met andere landen die dit wel kunnen toepassen. Dit kan bijvoorbeeld onder de vorm van een super grid zoals besproken in onze post “Are we friends of the Super Grid or the Smart Grid ??” .

Het opwekken van thermische energie is echter wel haalbaar in België dit komt voor een groot deel door het feit dat de efficiënties van  deze technieken veel hoger liggen.  Ze halen namelijk maximale efficiënties tot rond  50%  terwijl de elektrische tegenhanger maar 30% haalt. We merken hier wel bij op  dat de toepassingen geen spiegels of lenzen mogen gebruiken anders hebben we hetzelfde probleem als hoger op vermeld staat.

Eén van de meest bekende toepassingen in België zijn de zonne boilers. Hieronder zie je zo’n een voorbeeld circuit.

Dit systeem bestaat meestal uit verschillende zonnecollectoren en een warmwaterboiler.  Op het vlak van zonnecollectoren heb je de keuze uit vlakke- of vacuümbuiscollectoren. De vacuümbuiscollectioren leveren meer rendement op dan de vlakke zonnecollectoren maar daar is ook een hogere kost aan gebonden. Hieronder zie je een doorsnede van drie type collectoren.

De kost prijs van een zonneboiler ligt rond de 5000 euro.  Als u zo’n systeem zou installeren kan een groot deel worden terug winnen via belastingvermindering, de zogenaamde groene fiscaliteit.  In totaal schat men de terugverdientijd op 8 à 10 jaar. Daarna heb je dus m.a.w. 15 jaar gratis warm water. Het valt dus zeker te overwegen om een zonneboiler aan te kopen. Op die manier kan je ettelijk liters stookolie of aardgas besparen. Dit is niet alleen gunstig voor je portemonnee maar ook  voor het terug schroeven van de CO2 uitstoot. Wij zijn dus alvast een grote voorstander.

Voor meer info betreffende subsidies kan je altijd terecht op volgende sites:

http://www.energiesparen.be/milieuvriendelijke

http://www.vlaanderen.be/servlet/Satellite?c=Domein_C&cid=1190947076623&context=1141721623065—1190947076623-1190947076623&p=1186804409595&pagename=Infolijn%2FView

Gepost door: mpptinspire | 25/03/2010

An ocean of energy!

Surfers weten maar al te goed dat een golf vol met energie zit. Vandaag de dag is men echter in staat om deze energie effectief om te zetten in elektrische energie. Een golf krijgt zijn energie o.a. dankzij wind, zwaartekracht of oppervlakte spanning. We kunnen het vermogen van een golf exact berekenen met volgende formule:

De helft van de golfperiode (in seconden) vermenigvuldigd met de significante hoogte (in meters) in het kwadraat levert het vermogen per meter kambreedte in kilowatts. (De significante hoogte is de gemiddelde hoogte van de 33% hoogste golven.)

Zoals uit de formule blijkt, kunnen hoge golven heel wat energie bevatten.  Enkele situaties als voorbeeld:

  • Bij een zware zeegang loopt het vermogen per meter kambreedte al vlug op tot waarden van een megawatt.
  • De golven die elk jaar inbeuken op de Belgische kust bevatten ongeveer 12TWh aan energie.

Dit klinkt allemaal zeer veel belovend maar hoe gaan we nu juist die energie omzetten in elektrische stroom ? En kunnen we deze technieken wel toepassen in de Noordzee ?

Met speciale energieconvertoren kan de op-en neergaande beweging van de golven omgezet worden in elektrische energie. We zullen kort enkele technieken aanhalen om jullie meer inzicht te geven in de mogelijkheden van golfenergie. We kunnen twee types onderscheiden:

1. generatoren met een vaste positie

Deze hebben als voordeel dat ze makkelijker te onderhouden zijn dan hun drijvende tegenhangers. De enigste bewegende delen zijn namelijk de turbines. Het nadeel is echter dat het aantal geschikte plaatsen beperkt is.

Osprey

De Osprey of Ocean Swell Powered Renewable Energy zet de op- en neergaande beweging van het water om in een luchtstroom die een Wellsturbine aandrijft. Het bijzondere aan een Wellsturbine zijn de symmetrische schoepen waardoor de turbine, ongeacht de richting van de luchtstroom, steeds in dezelfde richting draait. In onderstaande schets wordt de werking van de Osprey weergegeven:

Het nadeel van deze techniek is echter dat de Wellsturbine een lager rendement heeft dan gewone turbines waardoor deze methode weinig energie-efficiënt is.

Tapchan

Een Tapchan (tapered channel) bestaat uit een versmald kanaal, dat in verbinding staat met een reservoir.

Doordat het instroomkanaal versmald is, zal naarmate de golven de rotswand naderen, hun hoogte (amplitude) toenemen. Hierdoor zal het water terechtkomen in het reservoir, dat enkele meters boven de zeespiegel staat. Op deze manier zetten we de kinetische energie van de golven om in potentiële energie. Vervolgens wordt het water doorheen een Kaplan-turbine gevoerd,om zo de potentiële energie
om te zetten in elektrische stroom.

2. drijvende generatoren

Zoals de naam het zegt genereren deze toestellen energie uit de harmonische beweging van het beweegbare deel van de generator. In tegenstelling met de generatoren met een vaste positie, is de hele machine vrij beweegbaar op het ritme van de golven. De rotor is nog wel vast gepositioneerd t.o.v de generator, maar de beweegbare delen zorgen voor een stroming van een fluïdum, dat de rotor aandrijft. Hierdoor hoeven ze niet zo robuust uitgevoerd te worden.

Pelamis

Deze generator bestaat uit een serie van cilindrische segmenten die verbonden zijn met speciale scharnieren.

Wanneer golven over de ganse lengte naar achter lopen, worden de hydraulische cilinders in de scharnieren aangedreven. Deze cilinders pompen olie heen en weer om een hydraulische motor aan te drijven. Om de werking beter begrijpen kijk je beste eens naar volgende video.
Het grote nadeel van de pelamis is dat het op het zeeoppervlak drijft en dus een hinder is voor de scheepvaart en zeedieren.

AWS

De Nederlandse firma Teamwork Technology ontwikkelde de Archimedes Wave Swing (AWS). Dit systeem is stormbestendig doordat het zich vijftien meter onder het wateroppervlak bevindt.

De AWS is een onderwater piston die gevuld is met lucht. Deze zal op en neer gaan bewegen als gevolg van de veranderingen in druk. De beweging van de piston wordt direct omgezet naar elektriciteit m.b.v. een lineaire generator  of een hydraulische systeem. Elke AWS kan tot 1,2MW genereren.

FO3

De F03 iseen punt-absorber systeem, dat bestaat uit een drijvend,verankerd platform met daarin 21 op en neer bewegende vlotters. De beweging van de vlotters wordt via een hydraulisch systeem omgezet naar elektrische energie.

klik hier voor de video

Kunnen we deze technieken wel toepassen in de Noordzee ?

Uit onderzoek van de vakgroep Weg- en Waterbouwkunde aan de Universiteit Gent blijkt dat golfenergie in België wel degelijk een optie is . De hedendaagse technologie zou echter wel moeten aangepast worden aan het golfklimaat en de bathymetrie van het Belgisch continentaal plat (BCP). Onze wateren worden namelijk afgeschermd door Nederland en het Verenigd Koninkrijk waardoor de golven kleiner zijn dan andere Europese kusten.

Uit het onderzoek bleek dat vooral de FO3 geschikt is voor het BCP.  “Ter plaatse van Westhinder heeft de F03 een nominaal vermogen van 600 kW en produceert hij gemiddeld ongeveer 200 kW. Verschillende convertoren zullen gegroepeerd worden tot een park. Uitgaande van een hartlijnafstand van 180 m tussen twee convertoren bedraagt het nominaal vermogen ca. 20 MW per km2. Dit is ongeveer het dubbel van het windmolenpark dat voorzien is op de Thornton bank. Het spreekt voor zich dat dit een belangrijk aspect is , wegens de beperkt beschikbare ruimte op het BCP” [1]

België zou dus zeker meer onderzoek moeten doen omtrent golfenergie zodat ze de beperkt ruimte op het BCP zo goed mogelijk benut wordt. Bovendien kan België ook investeren in golfenergie in andere landen zoals Portugal of Ierland. Deze landen zijn veel gunstiger voor golfenergie en de opgewekte energie zou gebruikt kunnen worden via een Super Grid. [2]

[1] De Backer, G. (2005).Golfenergie op het Belgisch continentaal plat?(UGent)

[2] https://mpptinspire.wordpress.com/2010/03/24/are-we-a-friend-of-the-supergrid/

Gepost door: mpptinspire | 24/03/2010

Are we friends of the Super Grid or the Smart Grid ??

Zoals we ondertussen al weten zijn grote windmolens één van de betere alternatieven voor de hedendaagse energieproblematiek. Nu zijn er enkele grote Europese bedrijven die denken dat windenergie de oplossing is voor het Europese energie probleem. Ze willen namelijk tegen 2050 een ring van windmolenparken in de Middellandse en Noordzee bouwen. Hun idee is om een soort van ‘Supergrid’ te realiseren, waarbij de windmolens via kabels verbonden worden met de bestaande elektriciteitsnetwerken. Dit is mogelijk via de HVDC-technologie, die energie snel en zonder veel verlies over grote afstanden kan vervoeren.

grid
Om de info video te zien van het project klik hier.

Normaal gebruikt men altijd wisselstroom (AC) om energie te transporteren, maar dit heeft als nadeel dat er als gevolg van het skineffect extra verliezen optreden t.o.v. HVDC. Bij HVDC of  ‘High Voltage Direct Current’ gaat men namelijk energie via gelijkstroom vervoeren zodat men enkel last heeft van de ohmse weerstand van de kabel. De verliezen zijn bijgevolg rechtevenredig met het kwadrant van de stroom zodat men  de verliezen kan minimaliseren door de spanning zo hoog (en de stroom dus zo laag) mogelijk te maken. Het nadeel van HDVC is echter dat een DC terminal veel complexer en duurder is dan een AC terminal. Zoals je kan zien op onderstaande grafiek wordt HVDC dus pas interessant vanaf een bepaalde afstand ‘SC’.

Voor een project zoals de windmolenring is HDVC natuurlijk de perfecte transmissie technologie. Het geeft de bedrijven de mogelijkheid om redelijk ver off-shore te gaan met hun windmolen parken zonder al te veel kosten en verliezen op het vlak van grid connections. En hoe verder off-shore, hoe hoger de windsnelheid met een hogere energie opbrengst als gevolg.

Volgens de bedrijven zou dit project ervoor zorgen dat Europa volledig energie-onafhankelijk zou worden. Toch zijn er nog veel onzekerheden bij de Europese politici. Zo wilt EU-commissaris Andris Piebalgs tegen 2015 een studie over de kosten van het project laten uitvoeren. Daarna kunnen de EU en de lidstaten beslissen of het project haalbaar is en of ze mee willen betalen. Negen landen, waaronder Groot-Brittannië, Duitsland en Noorwegen zijn daartoe bereid.

Wat is nu België zijn standpunt omtrent dit project? Wel, ook al zijn er op technisch vlak  drie Belgische bedrijven bij dit project betrokken: de groenestroom groep 3E, de Belgische stroomverdeler Elia en de baggeraar DEME. Toch blijven verschillende Belgische politici het project kritisch bekijken. Zo gaf vorig Vlaams minister van Economie, Patricia Ceysens, haar mening over de windmolenring. Ze stelt dat een One silver bullet-oplossing zo goed als altijd gevaarlijk is. Het project zou Europa namelijk zeer kwetsbaar maken voor ons steeds onvoorspelbaarder klimaat. Bovendien zou het project ook kunnen leiden tot een elektriciteits-OPEC van ongekende omvang, en ongekende financiële en economische machtsconcentraties die zoals alle monopolies inefficiënt gaan werken, en elke innovatie en creativiteit verstikken. Patricia Ceysens haalt volgend alternatief aan: “In plaats van de magische windmolenring pleit ik dan ook ronduit voor een ‘smart grid’-oplossing: het slimme energienetwerk van de toekomst. Friedman omschrijft het inspirerend als het ‘energie-internet’. Een netwerk waar elke consument een beetje prosument wordt: iedereen wordt een stukje energieleverancier omdat hij zijn eigen zonnepaneel, zijn eigen autobatterij (parking), zijn windmolen, zijn warmtekrachtkoppeling of geothermische installatie verbindt met deze smart grid. In plaats van het mobiliseren van 200 miljard euro voor één windmolenring, kan de overheid beter 200 miljoen Europeanen sensibiliseren en mobiliseren om vorm te geven aan die ene groene innovatieve, competitieve toekomst.

smart grid

Zoals Patricia Ceysens al vermelde is een One silver bullet-oplossing bijna altijd gevaarlijk. Het is dus geen goed plan om alles in te zetten op windenergie alleen. We moeten namelijk een supergrid van verschillende (hernieuwbare) energie bronnen aanleggen. Zo kan men windmolenparken plaatsen in de Noordzee, PV-installaties zetten in Spanje, Biomassa verbranden in Duitsland, een stuwdam bouwen in zweden, enz. Vervolgens wordt dit allemaal verbonden met het Europese Super Grid zoals je kan zien in onderstaande afbeelding.

Deze Super Grid heeft als voordeel dat alle hernieuwbare energie -technologieën kunnen worden toegepast op de meeste efficiënte locatie. Bijvoorbeeld Concentrating Solar (Thermal) Power in Noord-Afrika en windenergie op plaatsen waar de windsnelheden hoog zijn. Via dit Super Grid kunnen we m.a.w. onze natuurlijke energiebronne delen. Zo kan  Europa als nog volledig energie-onafhankelijk worden.

Sommigen spreken zelfs van een SuperSmart Grid (SSG), hierbij wil men de grid mogelijkheden van super grid en smart grid combineren tot een omvangrijk netwerk. Antonella Battaglini, die het concept van SSG bedacht heeft, omschrijft het als volgt: The super grid features would deliver inexpensive, high capacity, low loss transmission, interconnecting producers and consumers of electricity across vast distances. Smart grid capabilities use the local grid’s transmission and distribution network to coordinate distributed generation, grid storage and consumption into a cluster that appears to the super grid as a virtual power plant.

Hieronder zie je een schematisch voorbeeld van zo’n SSG.

Een efficiënt SuperSmart Grid lijkt ons het elektriciteitsnet van de toekomst. Deze manier van werken bied zowel bedrijven, overheden als particulieren de kans om hun bijdrage te leveren voor de energie productie. Bovendien verkrijgen we zo een diversificatie van onze energie productie. Waardoor een volledige meltdown van het elektriciteitsnet onmogelijk wordt.

Wij zijn alvast zeer enthousiast over dit concept, het zal echter nog wat afwachten worden alvorens het volledig uitgewerkt zal zijn. Indien je  meer informatie wilt betreffende deze blog kan je steeds terecht op volgende sites:

http://www.friendsofthesupergrid.eu/supergrid.aspx

http://www.vld.be/?type=opinie&id=63&pageid=22835

http://en.wikipedia.org/wiki/Super_grid

http://en.wikipedia.org/wiki/Smart_grid

http://www.supersmartgrid.net/wp-content/uploads/2008/06/battaglini-lilliestam-2008-supersmart-grid-tallberg1.pdf

Gepost door: mpptinspire | 17/03/2010

Is biomassa wel een alternatief?

In Vlaanderen is 80% van de groene energie afkomstig uit biomassa. Toch zijn er veel mensen die zich vragen stellen bij deze vorm van hernieuwbare energie. Is biomassa wel een goed alternatief ? Gaan we onze aarde niet gewoon meer schade aandoen via monocultuur?

Om hier een goed antwoord op te kunnen geven, moeten we eerst gaan kijken naar de verschillende typen van biomassa.  Er bestaan namelijk twee grote klasses:

  1. reststoffen, dit zijn stoffen die overblijven bij land- of bosbouw,  industriële processen, veeteelt, bedrijven of gezinnen.
  2. energieteelten, dit zijn planten of bomen die speciaal aangelegd worden voor energie toepassingen.

Op de eerste klasse is er zeer weinig commentaar aangezien men hier resten gaat gebruiken om energie op te wekken. En zoals het woord het zelf zegt, resten worden normaal niet gebruikt. Bij de tweede klasse gaan we echter gevaarlijk terrein betreden. We gaan namelijk planten gebruiken die deel uitmaken van onze voeding. Of we gaan bossen aanleggen en oogsten die onze natuurlijk fauna en flora kunnen verstoren.

In bovenstaande cartoon worden de problemen van energieteelten weergegeven. Als we niet opletten gaan we namelijk bomen, gewassen en dieren vernietigen om enkele kilometers met onze auto te kunnen rijden. Maar als we deze nadelen kunnen wegwerken met extra maatregelen, zouden energieteelten wel degelijk een alternatief kunnen zijn. We zullen even de grootste nadelen en de mogelijke maatregelen aanhalen:

  • Bij energieteelten gaan we grondstoffen gebruiken die tegelijk ook voedingsstoffen zijn. We lopen dus het gevaar dat de energieteelten gaan concurreren met de voedingsteelten, wat uiteraard niet wenselijk is. Het is daarom zeer belangrijk om nauwkeurig te reglementeren  welke grondstoffen zullen verkocht worden als voeding en welke er gebruikt zullen worden voor energieopwekking.
  • Veel landen hebben bovendien niet genoeg ruimte om voldoende gewassen te te verbouwen om iedereen door middel van biomassa van energie te voorzien. Wordt er in die landen wel ruimte vrijgemaakt om gewassen te verbouwen voor de biomassa, dan zal dit onherroepelijk voedselschaarste tot gevolg hebben. Vandaar dat elk land duidelijke grenzen moet leggen op energieteelten om voedselschaarste te voorkomen.
  • Energieteelten doen net zoals gewone teelten aan monocultuur. Hierbij wordt op hetzelfde stuk grond altijd hetzelfde gewas  (plantensoort) verbouwd. Een nadeel van monocultuur is het eenzijdig uitputten van de bodemvruchtbaarheid als er niet bemest wordt. Daarnaast kunnen plantenziekten zich makkelijker ontwikkelen in het gewas, waardoor meer pesticiden moeten worden ingezet. Bovendien wordt de fauna en flora verstoord aangezien deze bij elke oogst worden vernietigt of verjaagt. Een intensieve monocultuur zou dus kunnen leiden tot  een verlies aan biodiversiteit en natuurlijk kapitaal.
  • Biomassa toepassen “kost” energie (oogsten, voorbewerken, transporteren en drogen). We moeten er dus voor zorgen dat we de biomassa optimaal gebruiken, zodat de netto CO2 uitstoot kleiner blijft dan nul. Anders vervalt het hele idee achter biomassa.
  • Voorlopig wordt er veel biomassa ingevoerd vanuit andere landen. Deze landen kappen echter volledige wouden voor energieteelten op te starten. Dit moeten we voorkomen door een strengere reglementering rond de herkomst van biomassa. Biomassa mag namelijk niet als gevolg hebben dat de huidige flora en fauna wordt vernietigt. Juist integendeel!

We kunnen dus besluiten dat biomassa een goed alternatief is voor de hedendaagse energie problematiek. Voor de energieteelten moet er echter wel een strikt legaal kader worden opgesteld voor de exploitatie, de productie en het optimale gebruik van  natuurlijke rijkdommen.

Merk op dat we het hier voornamelijk hebben over ecologische argumenten. De economische haalbaarheid wordt hier niet in rekening gebracht.

Gepost door: mpptinspire | 10/03/2010

“Schaf hoge subsidies voor zonnepanelen af!”

Er is heel wat heisa rond de studie van de Xios Hogeschool betreffende zonnepanelen. Deze studie beweert namelijk dat zonder subsidies, de huidige generatie zonnepanelen verlieslatend zou zijn. Open Vld-politica, Mercedes Van Volcem stelt dat de Vlaamse overheid dringend moet stoppen met het overdreven subsidiëren van zonnepanelen.  (http://www.politics.be/persmededelingen/25168/). Installateurs blijven echter beweren dat zonnepanelen al vanaf zes jaar pure winst zijn. ‘Wij zijn heel voorzichtig in onze berekeningen van de opbrengst van zonnepanelen, maar toch komen we telkens op een terugverdientermijn van zes jaar’, zegt Pieter Markey van het West-Vlaamse bedrijf Eco Sun Power.

Wij hebben in deze storm van onduidelijkheid dan maar besloten om zelf op onderzoek te gaan. Ten eerste willen we eens zien hoeveel een investering in zonnepanelen opbrengt ivm andere alternatieven. We hebben als voorbeeld enkele projecten van ecopower vergeleken.

Zoals u kan zien in bovenstaande tabel levert een investering in Biomassa bijna 9 keer meer op dan een investering in PV. Een investering in windenergie levert zelfs tot 13 keer meer op per jaar.

De prijs van 1kWh bij ecopower is 0,18€. Als we dan onderhoudskosten en andere verwaarlozen kunnen we een simpele schatting maken over de economische terugverdientijd van hun projecten.

In deze tabel kan u zien dat de terugverdientijd van zonnepanelen veel hoger ligt dan die van andere alternatieven. Of we kunnen zelfs besluiten dat in dit geval de installatie van zonnepanelen verlieslatend is aangezien dat de levensduur van de meeste panelen op 25 jaar ligt. Maar via de investering van de overheid wordt zo’n PV project natuurlijk wel mogelijk gemaakt.

Dezelfde bewering geld voor particuliere zonnepanelen, zonder de subsidies van de overheid zouden deze ook verlieslatend zijn. We zullen dit aantonen met een simpel voorbeeldje. Stel nu je hebt een installatie van 8m² en elke vierkante meter zonnepaneel genereert jaarlijks ongeveer 120 kWh. Zonnepanelen kosten inclusief montage ongeveer 600€/m²  ,dit komt dan neer op een totale investering van 4800€ . Als we dezelfde energie prijs zouden toepassen als bij ecopower, heb je bijna 28 jaar nodig om je installatie terug te verdienen. Merk op dat de prijs per kWh bij electrabel veel lager ligt, namelijk gemiddeld 0,08 €/kWh. Als we deze energie prijs toepassen, heb je 62,5 jaar nodig om je zonnepanelen terug te verdienen. Vanaf 2010 krijgen zonnepaneel eigenaars echter 0,35€/kWh voor hun energie, via de groenestroomcertificaten. Dit is bijna 4,5 keer meer dan de energieprijs bij electrabel.

In beide voorbeelden doen we simpele berekeningen gebaseerd op gemiddelde waardes. Deze berekening houden dus geen rekening met onderhoudskosten, levensduur of andere factoren die een invloed kunnen hebben op de gebruikte waardes. De voorbeelden geven echter wel duidelijk weer dat zonnepanelen voorlopig verlieslatend zijn in Vlaanderen. En dat de Vlaamse overheid eigenlijk deze verliezen van bedrijven en particulieren opkoopt om zonnepanelen te promoten. Kan dit geld echter niet beter gebruikt worden? Er kan misschien meer geïnvesteerd worden in andere hernieuwbare energie bronnen of er kan meer geld geïnvesteerd worden in research omtrent hernieuwbare energie. Wij zijn het dus volledig eens  met de stelling van Open Vld-politica, Mercedes Van Volcem. De Vlaamse regering moet zo snel mogelijk de hoge subsidies voor zonnepanelen afschaffen en bovendien moeten ze de waarde van groenestroomcertifacten voor zonnepanelen verlagen.

Gepost door: mpptinspire | 01/03/2010

“Energierenovatieprogramma 2020”

‘De doelstelling van het Energierenovatieprogramma 2020 is duidelijk: in het jaar 2020 mogen er in het Vlaamse Gewest geen energieverslindende huizen meer zijn.’ <Freya Van den Bossche>

De Vlaamse regering zal zich voornamelijk focussen op drie ambitieuze doelstellingen: elke woning moet dak- of zoldervloerisolatie hebben, alle bestaande enkele beglazing moet vervangen worden door dubbele, elke centrale verwarmingsketel moet een rendement van 90% hebben. Bovendien geven ze ook informatie over andere maatregelen zoals het vervangen van elektrische verwarmingen en het isoleren van je buitenmuur.

Via dit programma wil de Vlaamse regering elke energieverspillende woning in Vlaanderen verwijderen tegen 2020. Om deze doelstelling te bereiken, zal de regering samenwerken met de betrokken bedrijfssectoren en de lokale besturen. Ze heeft ook een website opgericht waarmee ze de bevolking hoopt te bereiken. Op http://www.renovatie2020.be kunnen de mensen vanaf nu terecht voor mogelijke oplossingen voor hun isolatie problemen. Bovendien vinden  ze er ook informatie betreffende  steunmaatregelen, kosten en bedrijven.

Wij zijn alvast blij om te vernemen dat de Vlaamse regering isolatie, condensatieketels en warmtepompen als energie-besparende alternatieven promoot en verschillende steunmaatregelen voorziet.

Gepost door: mpptinspire | 25/02/2010

“Fotovoltaische energie meer waard dan windenergie? “

Onderstaande tabel geeft weer hoeveel dossiers er werden voorgelegd aan de windwerkgroep de voorbije twee jaar.

We zien dat de aanvraag voor windturbines in 2009 verviervoudigd is ten opzichte van 2008. Dit wijst op een stijgende interesse in windenergie.En dit ondanks het feit dat ervoor windenergie voorlopig weinig financiële steun gegeven wordt. Voor zonnepanelen krijg je echter een belastingvermindering van 40%  en subsidies van de gemeente of provincie. Vanaf 2010 krijg je per 1000 kWh geproduceerde windenergie een groenestroomcertificaat ter waarde van 108 euro  gedurende 10 jaar terwijl de groenestroomcertificaten voor fotovoltaische energie350 euro bedragen gedurende 20 jaar.

Wat is de overheid hun boodschap juist? Willen ze ons stimuleren om groene energie te gebruiken of enkel fotovoltaische energie? Ons lijkt het in elk geval dat ze de particulieren dwingen om te kiezen voor zonnepanelen i.p.v. windenergie.

Gepost door: mpptinspire | 24/02/2010

Windenergie & Vlaanderen

In 2008 haalden we in Vlaanderen ongeveer 17% van onze groene stroom uit de wind. De ongeveer 170 windturbines leverden 332 miljoen kWh van de 2.005 miljoen kWh groene energie. Hiermee kunnen ruim 95.000 gezinnen van stroom voorzien worden.

Hoe gaat het nu allemaal in zijn werk? Wat doet de overheid betreffende windenergie? Blijkbaar is de overheid toch volop bezig met windenergie. Zo is er namelijk een windplan opgesteld door de VUB  met de steun van het Vlaamse gewest. In dit document worden de mogelijke inplantingsplaatsen voor windturbines in Vlaanderen weergegeven. Deze plaatsen moeten namelijk voldoen aan verschillende criteria zoals: windaanbod, milieuvoorwaarden, veiligheidsvoorwaarden, netinpassing, enz. Bovendien geeft het plan een indicatie van de kostprijs van de geproduceerde energie per locatie. Het windplan kan dus gebruikt worden als beleidsinstrument door ambtenaren en bedrijven die een investering in windenergie overwegen.

Hieronder zie je één van de vele kaarten die het windplan bevat. Het is duidelijk te zien dat de windsnelheden aan de kust veel hoger liggen dan in het binnenland. Dit is de reden dat de meeste windturbine projecten in deze regio liggen.

Er bestaat bovendien een windwerkgroep, die is samengesteld uit 17 vertegenwoordigers van kabinetten, administraties en deskundigen inzake o.a. milieuvoorwaarden, ruimtelijke ordening, energie, enz.  Zij gaan controleren of windenergie projectvoorstellen voldoen aan de criteria uit de omzendbrieven. Men kan dus steeds terecht bij deze werkgroep voor advies betreffend vergunningsaanvragen.

Categorieën